In maart 2020 werd een complete tournee met Sanne Wallis de Vries, alsmede een hoop studiowerk met Paul de Munnik en andere coniferen, door de, toen nog intelligent geachte, lockdown weggevaagd. Er zat niks anders op dan weer te gaan schrijven. Het grote gat in de agenda leverde een nieuw soort contemplatieve inspiratie op. Het kan ook met de leeftijd te maken hebben maar het leek opeens logisch mijn leven tot nu toe, eens rustig in kaart te gaan proberen te brengen. En ja hoor; daar lazerden de liedjes weer uit het, inmiddels bekende, spreekwoordelijke plafond.
Gelukkig waren de mensen bij Zip Records wederom bereid mij te ondersteunen in het uiteindelijk voor echie vastleggen van deze verzameling songs. Omdat er niet live gespeeld kon worden was het ook niet mogelijk de nieuwe songs te laten (vol)groeien naar hun definitieve ‘plaatversie’. Vanuit dat voldongen feit ontstond er een andere methode om dit repertoire diepte te geven; We gingen de nummers ouderwets laag-voor-laag opnemen – in tegenstelling tot het eerste Bullhorn album, dat echt helemaal ‘live’ was opgenomen, zonder dubs.
De beste plek om dat te doen is voor mij Studio Het Gemengd Bedrijf van Frans Hendriks ‘op’ Limmen (N-H).
Daar speelden we de basis tracks toch nog behoorlijk ‘live’ in. “We” zijn Mischa Porte op drums Gerco Aerts op contrabas en mijzelf op (dit keer ook elektrische!) gitaren. Zodra een ‘take’ OK werd bevonden zette ik de lead-vocal er op in de hoop de ongekunstelde, directe ‘feel’ van de eerste plaat te behouden.
Ik had inmiddels blazers arrangementen geschreven voor sommige songs en van daaruit groeide het idee nog meer instrumenten toe te gaan voegen. De blazerspartijen werden door Jan Kooper op saxen en fluiten en Bert Boeren op trombone ingespeeld, in dezelfde studio. Meester-jazzpianist Leo Bouwmeester voegde zich bij de band op de laatste basis-opnamedag om drie nummers ‘live’ mee te spelen. Pedal-, dobro- en banjopartijen werden in de weken daarna door JB Meijers opgenomen in zijn fonkelnieuwe studio op Bonaire. Bij mij thuis in de Barf-studio nam ik een scheurende mondharmonica van Kim Snelten op en kwamen Monique Klemann en Jeroen den Hengst de back groundvocals aan die van Mischa Porte toevoegen – zulks geschiedde toen daar de rook was opgetrokken nadat Rudi de Graaff een vijftal kisten met percusie-instrumenten had leeggegoten.
Al mixend voegde ik hier en daar nog geluiden uit de M-Tron toe (en een, al zeg ik het zelf, verdienstelijke ukelele!) en toen kon uiteindelijk de boel terug naar Limmen voor mastering… dacht ik. Ware het niet dat Frans Hendriks inmiddels ook op Bonaire zat, met wat simpele apparatuur om te kunnen masteren, in JB Meijers’ studio. Dus reisden mijn liedjes nog een keer de Atlantische Oceaan over voor de final touch.